(dit zijn de twee eerste bladzijden uit mijn nieuwe boek over postmoderniteit)
Mensen en maatschappijen veranderen. Waar mensen ouder worden, minder mobiel worden om uiteindelijk te sterven, sterven samenlevingen niet. Zo kunnen maatschappijen na een “verouderingsproces” plots ingrijpende transformatieprocessen meemaken en kwalitatief helemaal anders worden. Soms duurt zo’n verandering een eeuw of nog langer. Andere keren speelt die verandering zich af in één generatie tijd. Postmoderniteit is een vorm van samenleving die zich na 1980 – zij het in ongelijke mate – heeft verspreid over de postindustriële westerse wereld. Postmoderniteit wordt gekenmerkt door een kwalitatieve verandering in de opvoeding van de kinderen. Het huwelijk is er niet langer de hoeksteen van de gezonde samenleving. Het aantal huwelijken is er gedaald, het aantal echtscheidingen fors gestegen. Steeds meer kinderen worden er buiten het huwelijk geboren. In Nederland bedroeg het percentage buitenechtelijke geboorten in 1970 amper 2,1 procent. In 2013 was dat al opgelopen tot 47,4 procent. In België steeg het percentage van 2,8 naar 54,5 procent. In IJsland waren in 2014 liefst 68,8 procent van de pasgeborenen het resultaat van een buitenechtelijke relatie. Ondertussen is de gemiddelde gezinsgrootte gedaald van meer dan 4 personen tijdens de moderniteit naar de helft: 2,4 personen in België, 2,3 in Nederland, 2 in Duitsland, Zweden en Noorwegen. Het aantal alleenstaande ouders is spectaculair gestegen. Dit gaat gepaard met een drastische verlaging van de informele sociale controle – daling die gecompenseerd moet worden door voortdurend meer formele sociale controle door politie en gerecht. Maar ook de scherpe daling van kerksheid en kerkelijkheid in de overwegend christelijke landen en het feit dat onderwijs steeds meer op vorming is gericht en steeds minder op opvoeding verminderen de informele sociale controle.
De postmoderne samenleving is de genotsmaatschappij bij uitstek. Het gebruik van cannabis, van XTC, van cocaïne en van andere roesmiddelen, vooral bij jongeren onder de 35 jaar, is er fors gestegen. Een groot deel van de vrije tijd wordt verbruikt aan gaming (video- en computerspellen). Vakantiedagen zijn goed voor plezierreisjes en city trips voor diegenen die het zich kunnen veroorloven. Postmoderniteit gaat gepaard met een (vals) gevoel van gestegen vrijheid. De nieuwe informatietechnologie, gekenmerkt door een explosie van het gebruik van huiscomputers en van internet leidt tot een geheel nieuwe informatiestromen en een betere kennis (in de zin van meer transparante kennis) van de leefwereld. Hierdoor dalen omkoping, vriendjespolitiek, kleptocratie, electorale fraude en plutocratie; van corruptie in het algemeen. Een ander positief effect is dat ondanks langdurige economische crises postmoderniteit gepaard gaat met gestegen welvaart.
De wetenschap die de veranderingen in de samenleving bestudeert is de sociale dynamica, een onderdeel van de sociologie. Politieke partijen . koesteren de illusie dat de sociale dynamica controleerbaar en beheersbaar is. Een illusie, ja. De digitalisering van de informatiestromen maakt dat in de postmoderniteit opvallend meer informatie over de complexe leefwereld wordt verspreid dan voorheen. Nu steeds meer natiestaten gedeeltelijk opgaan in een geglobaliseerde wereld is het vergaren van informatie over internationale instituties, naast het vergaren van informatie over de eigen natiestaat belangrijk geworden. Alle subsystemen van het meest globale systeem – de wereldsamenleving – selecteren uit die twee grote informatiestromen – de internationale en de nationale – wat zij met betrekking tot het in standhouden van de subsystemen het meest zinvol is.
Uit die overdaad aan informatie weerhoudt de socioloog dat de familie niet langer een stabiele eenheid is. De omvang van de familie neemt bestendig af. Van het traditionele gezin van weleer, dat buiten de grote steden tijdens de moderniteit nog overeind bleef, is in de postmoderniteit met zijn vlotte echtscheidingen zijn steeds korter wordende huwelijken en zijn kinderkribben nog weinig heel gebleven. Wat van de familie nog overeind blijft is gereduceerd tot het nucleaire gezin – een gezin dat steeds minder leden telt en dat steeds korter standhoudt. In België en Nederland houdt een doorsnee huwelijk nog amper acht jaar st and. Veel kinderen worden opgevoed in meer dan één gezin en krijgen er niet zelden tegenstrijdige waarden en normen mee waardoor ze hun neus gaan optrekken voor regelgeving. Ook worden meer kinderen buiten het huwelijk geboren. In Europa gaat het al om een gemiddelde van 40 procent – cijfer dat blijft stijgen. Het hele vroegere socialiseringssysteem van jonge kinderen is grondig veranderend. Omdat de nieuwe samenlevingsvorm, die de postmoderniteit is, zich het best laat voelen bij opgroeiende kinderen, die die postmoderniteit met de moedermelk opgediend krijgen, kon en kan ze zich zo snel verspreiden. De kloof tussen jong en oud wordt hierdoor groter, waardoor generaties in verschillende werelden gaan leven.
Nog erger raakt het systeem van socialisering in de knoei bij allochtonen van de tweede en zeker de derde generatie die zichzelf graag in de slachtofferrol wurmen: ze voelen zich geviseerd door het toenemend racisme van de autochtonen. Hun schoolprestaties hinken achterop op die van autochtone kinderen. Al op jonge leeftijd vinden ze dat voor hen slechts een tweederangs toekomst is weggelegd, dat ze in het beste geval slechts tweederangsburgers zijn. Opgevoed in de traditie van de islam moet het niet verwonderen dat een deel van hen gaat radicaliseren en de salafistische toer op gaat. Hun maatschappelijke integratie neemt af. Voorts zijn er al diegenen die in de postmoderne verzorgingsstaat naast de welvaartboot vallen zodat de sociale deprivatisering niet echt vermindert. Uit deze grondige maatschappelijke verande¬ringen, gekenmerkt door dalende informele controle, door gebrekkige maatschap¬pelijke integratie en door toenemende sociale deprivatisering laat zich een model afleiden dat verklaart waarom criminaliteit en (vaak zinloos) geweld toenemen tijdens de twee eerste decennia van de postmoderniteit om daarna te worden gestabiliseerd of gereduceerd dankzij én een hogere pakkans en een hogere strafkans. Hoe hoger de graad van postmoderniteit in een land, hoe groter de financiële inspanningen zullen zijn om er de veiligheid te waarborgen. Hoe hoger ook de graad van postmoderniteit, gepaard gaand met een sterk gestegen welvaart, hoe meer burgers er te verliezen hebben en hoe groter de onzekerheid over de toekomst er wordt.
Cultuurfilosofen selecteren als zinvolle communicatie dat de gewijzigde socialisering van de jongeren de opvoeding van de jongeren in de war stuurt. Zij stellen vast dat zich tijdens de postmoderniteit een verschuiving voordeed in het consumptiepatroon. Consumenten streven niet langer het “nieuwe” na, als ten tijde van de moderniteit, maar het genot. Het onmiddellijk beleven van genot stuurt de consumenten. De postmoderniteit is het hedonisme als hoogste stadium. Seksuele taboes worden over¬boord gegooid. Seksuele vrijheid wordt de best gekoesterde vrijheid. De postmoderne mens verliest zijn schaamte. Jong zijn en er jong blijven uitzien zijn in de postmoderne samenleving zeer belangrijk geworden. Waar jongeren tijdens de moderniteit nog opkeken naar de ouderen, gaan de ouderen opeens de jongeren imiteren. Dat gaat gepaard met de teloorgang van het gezag van leraren op school. De postmoderne samenleving is antiautoritair.
0 Reacties